Gelijkmatigheid
Streefbeeld van de gemeente
Nieuwe verlichting binnen de bebouwde kom zorgt voor een gelijkmatige verspreiding van het licht over de weg, zoveel mogelijk conform de landelijke adviesrichtlijn ROVL-2011. De gelijkmatigheid van bestaande verlichting verbetert op het moment dat armaturen worden vervangen (einde levensduur) of als de verlichting al eerder wordt vervangen of lantaarnpalen worden verplaatst binnen een gehele herstructurering van het wegvak of gebied. Buiten de bebouwde kom wordt er in principe niet verlicht op een enkele lantaarnpaal na, daar is geen sprake van de term ′gelijkmatigheid′.
Foto links: gelijkmatige verlichting met een gemiddelde verlichtingssterkte (Burgemeester Cleveringastraat, Zuidhorn)
Foto rechts: gelijkmatige verlichting met een hogere verlichtingssterkte en lichter (reflecterender) wegdek (Watersingel, nieuwbouw Leek)
Wat is gelijkmatigheid
Gelijkmatigheid betekent in de verlichtingswereld: de mate waarin het licht egaal verspreid wordt over de weg of een plein. Bij een hoge gelijkmatigheid zijn er geen lichtere en donkere plekken op het wegdek.
Een passende gelijkmatigheid kan worden bereikt door de juiste afstand tussen de lantaarnpalen te kiezen, rekening houdend met:
- de masthoogte
- het gekozen armatuur
- de situatie op die locatie
Moderne armaturen bieden door goede spiegels meer mogelijkheden, bijvoorbeeld om het licht heel breed op het wegdek te verspreiden. Daardoor is het gemakkelijker om gelijkmatigheid te bereiken, ook met lagere lantaarnpalen en grotere afstanden ertussen. Wanneer de gemeente gaat dimmen, blijft de gelijkmatigheid gelijk. Alleen de verlichtingssterkte neemt dan af.
Foto 1: Deze weg met enkele aanliggende woningen wordt door kegelvormige armaturen verlicht met een lage gelijkmatigheid (Hoendiep Zuidzijde, Gaarkeuken)
Foto 2: Deze nieuw aangelegde weg is verlicht met een hoge gelijkmatigheid (Cornsheem, Marum)
Gemeentelijk beleid
De gemeente bepaalt per locatie welke gelijkmatigheid nodig is en past hier vervolgens lichttechnische berekeningen op toe. Locaties waar in ieder geval gestreefd wordt naar een hoge gelijkmatigheid zijn:
- drukke gebiedsontsluitingswegen (vanwege de verkeersveiligheid)
- verblijfsgebieden zoals centrumgebieden en woonwijken (vanwege de beleving)
Om en Om uitschakelen
De lampen op de lantaarnpalen worden om en om uitgeschakeld om 23.00 of 0.00 ur. De lage gelijkmatigheid in de nacht wordt als voldoende beschouwd omdat er weinig verkeer is en zich weinig mensen in de openbare ruimte bevinden. Alleen in het centrum blijven alle lampen aan. In Zuidhorn is vanaf 2009 alle verlichting dimbaar aangelegd, die verlichting wordt niet meer om en om uitgeschakeld.
Beleid vanaf 2016 binnen de bebouwde kom:
- de gemeente streeft een gelijkmatigheid conform de landelijke richtlijn (ROVL) na
- de oudere verlichting voldoet meestal niet aan de ROVL qua gelijkmatigheid
- als lantaarnpalen worden vervangen, dan worden ze bij voorkeur op dezelfde plek teruggezet om extra kosten te voorkomen. De gelijkmatigheid blijft ongewijzigd
- als armaturen worden vervangen, wordt gestreefd naar een verbeterde spreiding over het wegdek
- als een gebied grootschalig wordt gerenoveerd dan kunnen lantaarnpalen op een andere plaats worden gezet om een betere gelijkmatigheid te bereiken
- het systeem van avondbranders (waarbij een deel van de verlichting aan het einde van de avond wordt uitgeschakeld) kan, in gebieden waar dat kan, in gebruik blijven zelfs als er dimbare verlichting is geplaatst
Foto links: De entree van Zuidhorn (het Noorderlicht) is verlicht voor de verkeersveiligheid met relatief nieuwe armaturen. Gelijkmatig, wit licht geeft goed zicht waarbij de omgeving donker blijft.
Foto rechts: Deze doorgaande weg in Leek (Euroweg) is zeer gelijkmatig verlicht met al wat oudere ′koffer′armaturen.
Buiten de bebouwde kom:
De gemeente kiest in het buitengebied niet voor een hoge gelijkmatigheid:
- zo min mogelijk verlichten en dan alleen ten behoeve van de verkeersveiligheid
- eerst wordt bekeken of andere maatregelen zoals markering voldoende oplossing bieden
- dit is conform de landelijke adviesrichtlijn ROVL-2011
- àls er wordt verlicht, kiest de gemeente meestal voor oriënterende en niet voor gelijkmatige verlichting
- ook bij nieuwe (ruimtelijke en infrastructurele) ontwikkelingen, zoals de aanleg van nieuwe fietspaden
- een sobere verlichting blijkt meestal voldoende
Foto links: voorbeeld van lage gelijkmatigheid langs deze doorgaande weg langs lintbebouwing in het buitengebied (Jonkersvaart)
Foto rechts: wanneer je de bebouwde kom van een kleiner dorp inrijdt, staan de lantaarnpalen vaak verder uit elkaar dan binnen in de kern (Hoofdstraat, Oostwold)